Multidisciplinair team in praktijk

Netwerkvorming en MDO in de huisartsenpraktijk

In 2015 werd vastgesteld dat één van de grote problemen was dat er veel hulpverleners actief zijn, maar dat velen elkaar niet kennen – zelfs niet als ze samen aan één casus werkten. Dit leidde tot miscommunicaties en inefficiëntie ten aanzien van de geleverde zorg. Later werd dit nog zichtbaarder in het project Huishoudens.

Om dit te voorkomen zijn verschillende mogelijkheden onderzocht om dit probleem te voorkomen (van het organiseren van een digitale sociale kaart tot het organiseren van netwerkbijeenkomsten). De oplossingen bleken niet goed toepasbaar in de dagelijkse praktijk:

  • Sociale kaarten waren al vaker gemaakt en waren allen een zachte dood gestorven door de grote hoeveelheid tijd die het kost om ze te onderhouden en het gebrek aan draagvlak bij een aantal professionals

  • Netwerkbijeenkomsten zijn vaak gezellig, maar daar is niet iedereen in staat om bij aanwezig te zijn.

In het project huishoudens worden er met succes casemanagers (regisseurs) ingezet. In de GGZ is dit, door de grote hoeveelheid casuïstiek, niet mogelijk. Er is daarom gekozen om de regie nadrukkelijk bij het gehele team (in lijn met de wijze waarop er regie wordt georganiseerd in de Sociale Teams) in samenwerking met de cliënt/het systeem zelf te beleggen. Hierdoor wordt eigenaarschap laag in de zorgverlening gelegd (in lijn met de primaire doelstellingen van de wijkpilot zelf).

MDO in de huisartsenpraktijk

Vanaf de winter van 2018 wordt er een MDO in de huisartsenpraktijk georganiseerd. In dit MDO zitten huisartsen, POH-GGZ, een psychiater, een gedragswetenschapper, een vertegenwoordiging vanuit het Sociaal Domein en een ervaringsdeskundige. Dit leidt er toe dat:

  • Casuïstiek direct besproken wordt en traigering optimaal plaatsvindt

  • Netwerkvorming in de huisartsenpraktijk plaatsvindt – een aantal sleutelfiguren in de zorgverlening leren elkaar kennen en kunnen daardoor makkelijker gebruik maken van elkaars kennis en netwerk

Het maandelijkse overleg in het MDO wordt door alle betrokkenen als zeer positief beoordeeld. Het heeft tot nieuwe banden geleid (bijvoorbeeld met de ervaringsdeskundigen), banden aangehaald (bijvoorbeeld tussen het Sociaal Domein en de huisarts) en banden versterkt (tussen alle betrokken professionals). Door de korte duur van het MDO (1u) en de hoeveelheid casuïstiek (>10 cliënten per overleg) is het niet mogelijk om cliënten zelf in het overleg te betrekken.

Het MDO in de huidige vorm draagt bij aan:

  • Een zinvol gesprek over de juiste inschatting van de aard en ernst van de problematiek van de patiënt van de huisarts (een betere inschatting van zorg voor Generalistische Basis GGZ, Specialistische GGZ, Sociaal Domein, begeleiding door een ervaringsdeskundige of geen zorg) – in lijn met de doelstellingen van De Juiste Zorg op de Juiste Plek

  • Een optimalisatie van door- en terugverwijzing vanuit verschillende zorginstellingen

  • Een groter vertrouwen tussen professionals (ten aanzien van de aard en wijze waarop behandeld wordt, maar ook om vragen te stellen en coaching te krijgen op eigen zorgverleningsprocessen)

  • Een leerproces voor alle professionals ten aanzien van wat de best passende zorg is.

Terug naar Blauwe Zorg GGZ